SintNicolaastocht te Dordrecht
Remy heeft nog steeds last van zijn zere teen en laat het afweten. Ik tob met mijn geblesseerde voet in een nieuw stadium. Mijn maats kiezen voor de langste afstand van 35 km, dus zit er niets anders op dan in mijn eentje de 25 km te gaan lopen. Even heb ik nog een kleine hoop dat Bram zich bij mij aan zal sluiten, maar hij kiest voor de meerderheid en laat mij in de kou staan. Want koud is het in de ochtend van de Sint Nicolaastocht. En ook de mist spreekt in het weerbeeld een woordje mee. Maar desalniettemin gaan we om half negen van start en loopt “Het Polderwiel” leeg. Al gauw merk ik wat vrienden zijn, want binnen de kortste keren loop ik alleen. Om de pijlen te volgen is niet zo moeilijk, want er zijn er genoeg. Ook zijn er de wandelaars die voor mij uitlopen, die fungeren als wegwijzer. Eenmaal op gang, stap ik een aardig tempootje en kan ik mijn maats op een paar honderd meter volgen. Er is er geen die even naar mij omkijkt om te zien hoe of ik het rooi met mijn geblesseerde voet. Maar zonder hen red ik het ook. De natuur is nu op z’n mooist met de bomen in herfsttinten, die in de opkomende zon ons tegemoet stralen. De poldergrond ziet er vruchtbaar uit en de akkers liggen te wachten om ingezaaid te worden voor een nieuwe rijke oogst. De ganzen, in grote getale aanwezig, pikken de maïskolven leeg, die zijn achtergebleven. En de meeuwen krijsen om het hardst nu zij zich van hun maaltje beroofd zien.
Uiteraard is de route mij niet vreemd. Vele malen doorkruiste ik reeds dit gebied, steeds weer op zoek naar nieuwe paadjes voor een mogelijke wandeltocht. Maar elke keer weer wordt ik verrast door de vele mogelijkheden die dit buitengebied van Dordrecht biedt voor onze geliefde sport. Het is nog maar goed tien uur als ik bij “Sporting Delta” binnenstap en aanschuif bij mijn vrienden, die hier vijf minuten eerder zijn aangekomen. Na een wijle gerust te hebben, gaan we gezamenlijk weer naar buiten om de wandeltocht te vervolgen. We zijn niet voor lang samen, want kort na vertrek uit de sporthal scheiden zich onze wegen en gaan zij, die mij lief zijn, linksaf. Ik volg de pijlen door het bekende Dubbeldam en probeer aansluiting te krijgen bij een medewandelaar. Het lukt slecht voor een stukje, want onze tempo’s liggen te ver uit elkaar. Buiten verwachting gaat het goed met mijn voet. De druk is minder dan het geweest is en ik heb dan ook goede hoop dat ik nu het lek boven heb. Het kan raar lopen met dit soort zaken. Mede door deze goede hoop loop ik dan ook beter en sneller. Intussen is het weer helemaal opgeknapt. De zon straalt uitbundig en de laagjes kleding tegen de kou zijn nu iets teveel van het goede. Net na het middaguur passeer ik de rustplek bij “O.M.C.”. Aan rusten heb ik geen behoefte en het thuisfront lokt. Het stuk dat nu volgt is minder interessant, want ik heb nu eenmaal iets tegen industriegebieden. Het verkeer is er levensgevaarlijk en ik word dan ook bijna van de sokken gereden door een machofiguur in een dure slee. Ik ben dan ook blij als de route afbuigt naar het kilometerlange Flamingopad en vervolgens het nieuwe groen van Sterrenburg laat zien. Ik kom tot de ontdekking dat de bewoners hier lang niet slecht wonen met zoveel natuur voor de deur. Van de dijk af via de trappen brengt mij in het doolhof van erven, maar de pijlen volgend, brengt de route mij bij het eindpunt en de daar wachtende Sint met zijn gekleurde hulp. Het is tien over één.
Quirinus Hoogland