2005-12-17 – 40km – Breda, 1e Winterserie Tocht

bron: http://quirinus.nww.yi.org/

Met gemengde gevoelens gaan we op zaterdagmorgen op weg naar Breda voor onze wekelijkse injectie tegen stress en andere levensbedreigende zaken.Ieder gaat er op zijn eigen manier mee om.Nico is aan de beurt om te rijden en zal het meeste inzitten over de toestand van de weg, terwijl Theo het simpel houdt en slechts denkt aan wel of geen handschoenen aan.Hennie zal in gedachten ijsberen door het bos zien lopen en Bram denkt er vooral aan of hij zich staande kan houden.Ik heb alleen maar blijde gedachten in het vooruitzicht dat ik mijn engeltje weer eens zal ontmoeten.Zo hebben we allemaal wat en omdat de soep nooit zo heet wordt gegeten als dat ze wordt opgediend, komen we allemaal ongeschonden en keurig op tijd in het altijd weer gezellige startlokaal aan de Viandenlaan waar al vele echte doordouwers zich hebben verzameld om straks de strijd met de elementen aan te gaan.Ik neem mijn kans waar en ga nu ik nog schoon en fris ben met mijn vriendin op de foto.

Het is nog geen negen uur als het sein tot vertrek gegeven wordt en de horde zich naar buiten begeeft om al meteen verrast te worden door een stevige sneeuwjacht.Ik ben er op voorbereid en heb me er tegen geschoeid, maar velen dachten het met minder kleding aan te kunnen en moeten nu in de vlagerige wind zich alsnog in regenkleding zien te wurmen.Haastig opgestoken paraplu,s klappen dubbel en zijn voor de rest van de dag onbruikbaar.Gelukkig trekken we gauw het grote donkere bos in waar de bomen de wandelaars de beschutting geven die zij node moesten missen.De stoet wordt uiteengetrokken en er komt ruimte om rond te kijken naar het schouwspel van de natuur in de aanbrekende dag, want na de felle sneeuwbui is de lucht opengebroken en komt er een aarzelend zonnetje van achter een wolkenbank over de kim kijken.

We lopen in een lange sliert langs de Mark en volgens de kenners lopen we in tegengestelde richting als de vorige maal.Ik ben niet zo bij de tijd en ben al blij met het feit dat we nu voor de wind lopen en er niet tegenin hoeven te gaan.Het is een vrij groot gezelschap dat zich om ons heen verzameld heeft en we hebben dus keus genoeg om dan eens met de een om vervolgens met de ander een tijdje op te trekken.Nicole laat het meest en het hardst van zich horen en Jan daarentegen doet er meest het zwijgen toe, hoewel dat laatste ook aan zijn stukgelopen hiel kan hebben gelegen.

De toestand op de bospaden valt voor honderd procent mee.Er zijn wel plassen en hier en daar zelfs diepe zoals Theo ondervindt, maar langs de kantjes is nog ruimte om er met droge voeten vanaf te komen.Theo dacht dat het wel meeviel en stapt op wat hij dacht dat een blad was, maar hij komt van een koude kermis thuis en loopt de rest van de tocht met natte sokken.De stropers, want zo noem ik ze maar, hebben aardig huisgehouden en hebben veel dennenbomen gesloopt.Overal in het rond liggen de restanten van hun crimineel gedrag.En dan straks onder hun gestolen kerstboom zingen van: “Oh, dennenboom, wat zijt gij schoon”.

Het weer houdt zich bijzonder goed en dat heeft zijn weerslag op ons gemoed.Op een haast vrolijke manier volgen we het parkoers dat goed gemarkeerd is en leggen de ene na de andere kilometer af.Af en toe kruisen de andere afstanden de onze en moeten we even extra opletten,maar voor de rest lijkt er geen vuiltje aan de lucht.Toch overkomt het ons dat we zonder markeringen geraken en moeten vaststellen dat we van de route zijn afgedwaald.Het kost even moeite maar we gaan terug tot het punt waar het is misgegaan om vanaf daar weer in de voetsporen van de anderen te treden.Later horen we dat wij niet de enigen zijn geweest die op dat punt in de fout zijn gegaan.We zullen het er maar op houden dat de laagstaande zon de schuldige is geweest.Wij malen er verder niet over.

Na de grote rust gaan we in een andere samenstelling weer verder en weer is het Nicole die het hoogste woord voert.Zij ratelt aan één stuk en schijnbaar zonder ademhalen door.Het bos wordt nu wat grimmiger en ook de regen steekt de kop op.Bram,anders altijd eropuit om een ander te waarschuwen voor vallen, gaat nu zelf onderuit en ligt op de grond.Voorzichtigheid is hier geboden.Af en toe als we uit de beschutting van de begroeiing komen, voelen we de ijzige wind in onze gezichten.Het is echt zo’n loopneuzenwind en ook schieten zo nu en dan de tranen mij in de ogen.Maar nooit voor lang, want elke keer weer draaien we een bospad in en zijn we weer een tijdje uit de brand.

Druk is het niet, slechts een handjevol joggers of een enkele paardrijdster, die we tegenkomen.Hoog boven onze hoofden fluit de wind door de kale boomtoppen en op afstand horen we het snelverkeer langsrazen.Wij voelen ons happy in het vooruitzicht van een goede afloop van deze mars en de gezelligheid bij de kerstboom in huiselijke kring bij onze geliefden.Maar zo ver is het nog niet, eerst moeten er nog de nodige kilometers gelopen worden.Het bekertje bouillon onderweg doet ons niet alleen opfleuren, maar geeft ons ook de gelegenheid om de opgestoken sneeuwbui in de luwte van de garagebox af te wachten, zodat we enigszins opgewarmd aan de laatste negen kilometers kunnen beginnen.

De negen kilometers worden er uiteindelijk slechts zeven, want vanwege enige wateroverlast volgt er een omleiding en daardoor worden wij meteen gecompenseerd voor de teveel gelopen kilometers bij het “foutlopen”.Het gebruikelijke “Wiego-appeltje” wordt in ontvangst genomen en dan zit het er ook bijna op.

Nog even gauw een paar plaatjes schieten en genieten van de kerstsfeer op de Ginnekenmarkt en omstreken.De kerstmarkt loopt bijna ten einde vanwege de vroeg invallende duisternis als wij bij de “Schuttershof” aankomen.Volgens mijn horloge is het dan tien over half vier, waaruit ik concludeer dat er aan de veertig kilometers toch nog enige ontbreken.Maar wij klagen niet.Het is een prachtige dag geweest en erop terugziend kunnen we stellen dat we, alle vooruitzichten ten spijt, het niet eens zo slecht hebben getroffen.

Natuurlijk wordt er onder het genot van een drankje nog een tijdje nagepraat eer we naar huis terugkeren.Over één ding zijn we het in ieder geval eens: “Het is een mooie dag geweest waarop we hebben genoten van de prachtige omgeving van Breda en de kameraadschappelijkheid van de wandelaars onder elkaar”.

Rest mij nog om “WIEGO” en al haar vrijwilligers te danken voor hun inzet om het ons, wandelaars, naar de zin te maken.Wij hebben ervan genoten.

Tot ziens, Quirinus.