2006-12-16 – Breda – 1e Winterserie WIEGO

De weersverwachtingen zijn niet mooi, maar het weerhoudt ons er niet van om naar Breda te reizen en daar deel te nemen aan de 1e tocht van de winterserie van WIEGO.Wandelen mag dan wel een gezonde ontspanning zijn, zoals de naam van deze vereniging aangeeft, maar of het ook altijd leuk is, moet nog blijken.

In ieder geval is er over belangstelling niet te klagen, want het knusse, maar wat klein uitgevallen clubgebouw, barst haast uit zijn voegen van de opeen gedrongen wandelaars.En buiten is het haast nog drukker.Allemaal staan ze te popelen om te vertrekken en als dan eindelijk de routebeschrijvingen worden uitgedeeld, zijn ze weg.

Ons groepje van vier wacht tot ook de laatste man zijn formaliteiten vervuld heeft en gaat dan de anderen achterna door de in kerstsfeer versierde straten.Na de Duivelsbruglaan gaan we een wandelpad langs het bekende riviertje op om vervolgens een natuurgebied in te wandelen.We zijn in een goede stemming en wensen een ieder op ons pad een “goedemorgen en een prettige wandeling”.

Het weer is vooralsnog prima en van regen is geen sprake.Ook de wind laat het in de luwte van de bossen afweten.Of zou het de stilte voor de storm zijn?Hier en daar hoor ik al stemmen opgaan, dat we het maar weer eens goed getroffen hebben.De dag wordt al weer geprezen eer het avond is.Maar ik vertrouw het niet en heb voor alle zekerheid mijn regenjasje maar aangetrokken en dat is maar goed ook, want het duurt niet lang of de eerste droppels vallen naar beneden.

Hoewel er geen blad meer aan de bomen zit, zijn de kruinen nog dicht genoeg om ons nog enigszins te beschermen en dus lijkt het allemaal nog mee te vallen, maar nat worden we wel.De route is, zoals altijd bij deze vereniging, goed gemarkeerd en voor iemand die niet kleurenblind is geen enkele reden om van het goede pad af te wijken.Van foto’s maken komt ook niet veel terecht.De lens is of beslagen of er vallen druppels op.Maar opschieten doen we wel.

Door de aanhoudende nattigheid, diep in de kragen gedoken, is de lust tot praten ons een beetje vergaan.Tot Jan, een bekende wandelaar uit Best, zich bij ons aansluit en we willen of niet tot spreken overgehaald worden.Echt spreken is het niet, een kort “ja” of “nee” volstaat, want Jan ratelt aan één stuk door.Hij is niet te stuiten.

Al vele malen eerder ben ik in deze contreien geweest, maar toch laat ik mij elke keer weer verrassen door de wildgroei en unieke vennetjes van deze bosrijke streek.Af en toe worden de bomen afgewisseld door kleine weiden met een enkel stuk kleumend vee met de kop in de richting van de wind.Paarden, meest Belgische knollen met brede schonken, zoeken bescherming bij elkaar en kijken ons met weemoedige blik in de ogen na.

Totnogtoe gaat het verder goed en kunnen we het op de huid nog droog houden.We beleven zelfs nog vrolijke momenten als we grote groepen rennende en joggende mensen tegenkomen.Vooral de dames wekken de lach bij ons op.Gekleed in strakke over de huid aangetrokken pakjes komen de lichaamsvormen in dit natte weer goed tot hun recht en menigeen heeft er dan ook de mond van vol.Ach, een kinderhand is dan ook gauw gevuld.

Het kopje thee bij de eerste rust brengt weer wat warmte in mijn lijf, want zoals gebruikelijk heb ik het weer koud gekregen en de regen doet er ook geen goed aan.Na deze korte rust vervolgen we onze weg volgens het aangegeven parcours en de regen wordt intenser en neemt een groot deel van onze gedachten in beslag.Ook de paden beginnen te glibberen en grote plassen staan ons soms in de weg.Tot aan de grote rust in “Dennenlucht”, even over de helft, modderen we verder, maar als we ons voor even van de natte kleding ontdoen, is er van dennenlucht niets te merken.De damp stijgt vanonder onze bezwete oksels op en bij de andere wandelaars is het niet anders.

Het is niet anders, maar dezelfde natte plunje moet ook weer aan en buiten gekomen valt er nog steeds dezelfde natte substantie als tevoren.We houden elkaar voor dat het lichter lijkt te worden, maar dat is meer om elkaar moed in te spreken en is verder op niets gebaseerd.We hadden gehoopt in deze rust Bram aan te treffen, maar hij zal wel weer een rok gevonden hebben om achterna te gaan.Hoe ouder, hoe gekker.

De bospaden beginnen op beekjes te lijken en steeds vaker moeten we een omweggetje maken om de voeten enigszins droog te houden en zo komt het dat op een gegeven moment de koplopers, Arie en Nico, rechtsaf gaan, waar ze naar links moeten gaan.Ik probeer hen te beroepen, maar zij horen mij niet, dus moet ik in de achtervolging om hen weer op koers te krijgen.Als zij zo door waren gegaan hadden zij de route met zo’n vijf kilometers bekort.Later hebben we gehoord dat er meerderen, waaronder Bram, deze fout hebben gemaakt.

Na een paar honderd meter krijg ik de foutlopers te pakken en krijg ik ze zo ver dat zij met mij mee terug gaan naar het punt waar het fout is gegaan.Nico heeft er in eerste instantie niet zoveel zin in, maar de sportiviteit wint het van de gemakzucht en gezamenlijk maken we rechtsomkeert.

De Lieve Heer heeft mijn heldendaad van bovenaf bekeken en beloont mij dan ook door de regen te laten ophouden, zodat we het laatste uur in ieder geval van boven niet meer bedreigd worden.

Het blijft wel opletten, want dat moeten we zelf doen.Daar hebben we ogen voor.Maar op een gegeven moment zitten we in de puree, de aanwijzingen zijn verdwenen.We zullen het op het gevoel moeten doen.En de duisternis van de vroeg invallende avond doet er geen goed aan.Ik zie al visioenen van verdwalen en een overnachting in het donkere natte bos.Ik ril nu nog bij de gedachte alleen al.

Als de nood het hoogst is, is de redding nabij.En dat blijkt ook nu weer, want dan ineens is er weer het bekende aanwijsbordje en kunnen we verder.Het duurt nu niet lang meer en we kunnen het bos achter ons laten.

Opgelucht halen we adem en lopen het laatste stuk naar “de Schuttershof” en de finish, waar we om tien voor vijf binnenvallen.Ongerust zaten ze op ons te wachten en het heeft maar weinig gescheeld of er waren hulptroepen op ons af gestuurd om ons op te sporen.

Nat, moe en koud tot op het bot vertel ik mijn verhaal en ik krijg te horen dat er enkele overijverige clubleden alvast maar wat aanwijzingen hadden weggehaald in de veronderstelling dat we die niet meer nodig zouden hebben.

Desalniettemin heb ik bewondering voor de mensen die onder deze omstandigheden voor ons in de weer zijn en ik dank WIEGO en al haar medewerkers dan ook van harte voor hun inspanningen en hoop nog eens in Breda terug te komen.

Quirinus.