bron: http://quirinus.nww.yi.org/ |
Met z’n vijven, een beetje krap, in de auto van Theo gaan we op zaterdagmorgen naar Breda om daar deel te nemen aan de winterserie van WIEGO.De vorige keer bij de 1e tocht van deze serie is het ons goed bevallen en dus hopen we op een herhaling.Zonder problemen met mist, gladde wegen of verkeerd rijden komen we bij “het Schuttershof” in de Viandenlaan aan om ons in te schrijven voor de afstand van 40 km.Heine doet het met iets minder en kiest voor 15 km.
|
Even vóór negen uur worden de routebeschrijvingen uitgedeeld en mogen we aan de 2e winterserie-wandeltocht van dit seizoen beginnen.In een grote groep trekken we naar buiten behalve een aantal die nog aan de koffie zitten te lurken en op zo’n vroege start niet hadden gerekend.Het is koud, vooral in het begin, als we uit het warme honk komen, hoewel het aan het meisje op de fiets dat de kranten rondbrengt niet is te merken.In haar korte rokje en haar lijf bloot tot boven de navel zodat de piercing goed tot zijn recht komt rijdt zij zelfs zonder handschoenen voorbij.”Zijn wij nu zulke watjes”: vraag ik mij af?Zelf ben ik gekleed in enkele lagen thermisch goed en nog heb ik het koud.Maar goed, verschil moet er zijn.
|
We lopen straat in en straat uit, want van bos is er, net als de vorige keer, nog niet veel te merken.Maar dit gemis wordt weer goed gemaakt door het aangename gezelschap waarin ik mij bevind.Anja, een wandelmaatje uit het recente verleden, we hebben al verschillende tochten samen gelopen, is er bij en voert het woord.We komen de tijd zo wel door.Maar toch missen we iets.Het is te kaal en te open met een vrijwel lege horizon.Er is tamelijk veel autoverkeer dat kort langs ons heen raast, want ontzag voor ons, wandelaars, is er in de verste verte niet bij.Soms is het zo erg dat we de berm in moeten springen.
|
Gelukkig zijn er ook mooie momenten.Als je ze zien wilt tenminste.De rijp op de geploegde akkers en de woeste hei.Het ijs op de watertjes, waar enkele waterhoentjes als vastgevroren staan te koukleumen.De kaal gemaaide bermen waar nog een enkele rietpluim aan de zeis is ontsnapt en nu in de wind victorie zwaait.Ik wijs Anja op deze schoonheden en daarin is zij het met mij eens.Maar ook zij verkiest het bos met slingerende paadjes en verrassende doorsteekjes boven dit wat vlakke landschap met de her en der verspreid staande boerenbedrijfjes waar de penetrante geur van varkensmest overheerst.
|
En het duurt maar voort, steeds maar een klein stukje bos en dan weer een lang stuk weg met verkeer.Voor we aan de wagenrust komen, maar dan zijn we al tien kilometer verder, zijn we langs een golfterrein gekomen, waar volgens een bord de golfballen van rechts voorrang hebben.De thee met speculaasjes doet mij goed en na een korte rust gaan we verder op onze route.Inmiddels is het lang zo koud niet meer, want kort na de start is de zon opgekomen en heeft de natuur verwarmd.Tezamen met de dubbele lagen kleding zal het mij wel lukken om warm te lopen voor de rest van het parkoers.
|
Afwisselend met de één en dan weer met een ander en af en toe een plaatje schietend lopen we nu over bospaden en langs vennetjes.Achter een hek zien we de duikplank van een nu dichtgevroren natuurbad.We komen verscheidene keren voorbij het plaatsnaambord van “Dorst”, maar de grote rust, normaal halverwege, blijft nog even uit.Doordat we een stevig tempo lopen, begin ik ook dorst te krijgen.De andere maatjes van mijn groep zijn al een eindje vooruit en zullen wel in hun vuistje lachen.Maar als ik dan bedenk dat:”wie het laatst lacht, het best lacht”,heb ik er vrede mee.Ik weet niet of we helemaal volgens het officiële parkoers door Dorst gaan, want veel aanwijzingen zien we niet, maar we komen waar we moeten zijn en zetten ons neer voor een verdiende rust.
|
Het duurt even eer we onze consumpties hebben, maar dan is het ook dubbel genieten. En na bijna een half uur stappen we weer op en lopen in het kielzog van Hennie en Jan door de straten van dit leuke plaatsje, waar de mensen vreemd opkijken van zoveel belangstelling voor dit deel van hun gemeente.Natuurlijk komt de nieuwsgierigheid bij hen boven en zij vragen ons dan ook wat ons bezielt om hier in de winter met een dergelijke snelheid door de straten te rennen.Want zij zien ons lopen niet als wandelen, maar meer als hardlopen.Bij het herdenkingsmonumentje voor de gesneuvelde Poolse soldaten tijdens de bevrijding in 1944 staan we nog even stil en komen bij mij de herinneringen van die tijd bij mij boven.Nu, ruim zestig jaar later, ben ik de ellende van die periode nog lang niet vergeten.
|
Na een poos krijg ik de kriebels en ga ik in een hogere versnelling.Ik laat Anja, hoewel zij best voor zichzelf kan zorgen onder de hoede van Hennie en Jan en ga in mijn eigen tempo ervandoor.Het is weer meest verharde weg met autoverkeer, dat mij steeds weer doet opschrikken uit mijn gepeins, want de oorlogsherinneringen met de hongerwinter in Amsterdam blijven mij achtervolgen.Na een tijdje loop ik in op Theo en Bram en bij de tweede wagenrust heb ik ze ingehaald.Maar als ik denk gezamenlijk verder te gaan, heb ik het mis, want Theo heeft last van zijn voet en Bram van zijn heup, dus ga ik weer alleen verder met mijn mars door het Brabantse land.
|
Er volgt weer een heel lang eind langs asfaltwegen met vergezichten over de nu ontdooide velden.Enkele vogels wagen zich in de lucht en verder is er geen levende ziel te bekennen.De zon staat laag en schijnt mij recht in het gezicht en af en toe dreig ik verkeerd te lopen doordat ik de gekleurde bordjes niet onderken.Meestal net op het laatste moment kom ik tot inzicht en zodoende blijf ik op koers.Ik kom de bekende Drunense wandelaar achterop en ik heb weer iemand om mijn gedachten mee te wisselen.Hij is het met mij eens dat dit niet bepaald de mooiste tocht is en dat hij er net als ik iets meer van verwacht had.
|
Uiteindelijk duiken we nog een stukje het bos in en bewonderen we ons aan de bomen in verschillende diktes.De grond is bezaaid met afgevallen boomvruchten, die onder onze voeten knerpen als we eroverheen lopen.Ik denk dat een colonne eekhoorns hier de winter wel door zouden kunnen komen, maar ze zijn in geen velden of wegen te bekennen.Trouwens ook ander wild of gevogelte zien we hier niet.Slechts een enkeling die zijn hond uitlaat en een fietser die het bos onveilig maakt door rakelings zonder waarschuwen voor je langs te schieten.Ik weet nu dat de takken, waarover ik in een vorig verslag schreef, niet door wildkap op de grond terecht zijn gekomen, maar door een storm, die door het hout heeft geraasd, van de bomen zijn gerukt en door de boswachter zijn achtergelaten om op een later tijdstip te worden opgeruimd.
|
Jo gaat voor privé redenen even van de weg af en ik loop weer alleen, maar niet voor lang, want het Duitse vrouwtje, zo noem ik haar maar, en haar maatje komen langszij en een tijdje kan ik het met hen volhouden tot de vermoeidheid mij parten speelt en mijn oude kwaal van “scheef lopen” weer opspeelt en ik hen moet “loslaten”.Maar ik houd het vol en kom in de bebouwde kom en tussen de huizen weer tot leven.Ik haal zelfs Bram en Theo, die een kortere weg hebben genomen, nog in en om tien over vier gaan we tezamen over de eindstreep.
|
Ergens ben ik blij dat de tocht is afgelopen.Misschien een beetje te overmoedig geweest of te hard van stapel gelopen.Wie zal het zeggen?Het is verder een prachtige dag geweest en aan het gezelschap heeft het ook niet gelegen.Nu na twee dagen denk ik er al weer heel anders over dan op de dag zelf, dus zal het de stemming van de dag wel geweest zijn.
|
In ieder geval wordt WIEGO weer hartelijk bedankt voor de moeite die zij zich getroost hebben om het ons, wandelaars, naar de zin te maken en ik hoop dan ook in de toekomst nog eens terug te komen.
|
Quirinus. |