Digitale fotografie is ideaal om te experimenteren. Niet goed? Opnieuw! Maar hoe experimenteer je? U vindt hier een handvol waardevolle tips over wat je kunt doen. En wat beter niet.
|
Wanneer schiet je tegen de zon in? Bij fotograferen de zon in de rug houden is het veiligst, maar ook het saaist. Tegen de zon in krijgen voorwerpen contouren (zie de lammetjes) en krijgt de foto diepte. Maak eventueel met je hand schuin boven de lens wat schaduw om directe instraling van de zon in de lens te voorkomen. Bij betere lenzen heb je minder snel last van reflectie. Dit is Shanghai bij het ochtendgloren.
|
|
… en wanneer niet? Zonsondergangen zijn favoriet. Maar kijk bij lage zon eens beter hoe mooi het licht is met je rug naar de zon toe. Ingezoomd en vanuit de juiste hoek maak je dit soort portretten. (Niet inflitsen!) Aan het begin en het eind van de dag is het licht het mooist. Wil je de gouden zonnegloed behouden, zet de camera dan op 'daglicht'. Op de stand 'automaat' maakt een digitale camera namelijk elk gekleurd licht weer wit, net als je ogen dat doen. Binnen, bij kunstlicht zoals bij de fietsenmaker, is dat juist weer een voordeel.
|
|
Wanneer zet je de flitser aan? Flits alleen als het echt niet anders kan, want flits doodt de sfeer. Heeft je camera een 'invulflits' , gebruik die dan (zie symbool). Dan combineer je het aanwezige licht met flitslicht. Op deze foto schijnt de zon bijna in de lens, waardoor moeder en zoon te donkere gezichten kregen. Zware slagschaduwen kun je ook 'inflitsen'.
|
|
.. en wanneer niet? Als er genoeg omgevingslicht is, probeer het dan zonder flitslicht. Dat is altijd mooier. Zoek steun tegen een wand, want de belichtingstijd is soms langer. Een tl-balk en wat licht van buiten was voor deze foto al genoeg. Als dat op jouw camera kan, verhoog dan de ISO-gevoeligheid, hoewel dat meestal ook automatisch gaat.
|
|
Wanneer zoom je in … ? Zoom in als je een portret wilt maken. Met de optische zoom haal je de persoon los van de achtergrond, die mooi vaag wordt. Maak geen portretten door in uitgezoomde stand heel dichtbij te komen. Mensen krijgen dan een waterhoofd
|
|
… en wanneer niet? Zoom niet in als er weinig licht is, zoals binnen of laat in de middag. Ingezoomd gaat de camera namelijk veel meer op en neer. Bij een langere belichtingstijd (als er weinig licht is) leidt dat tot onscherpte. Uitgezoomd houd je de camera makkelijker stil, ook zonder flits. Zoom ook niet in omdat je te lui bent om dichterbij te lopen.
|