Van dinsdag 17 tot en met vrijdag 20 juli liep Marion Vissers voor de 25e keer mee in de Nijmeegse Vierdaagse. Voor haar man Hans was het zijn twintigste deelname. Over haar jubileumtocht schreef ze het navolgend verslag.
De eerste dag startten wij om vijf voor half zes ’s morgens uit Nijmegen. We liepen richting Bemmel zo naar Elst en via Valburg, Oosterhout en Lent weer terug naar Nijmegen, waar we rond twee uur terug waren van de eerste veertig kilometer. Het was goed wandelweer. De tweede dag startten wij om vijf voor half zeven uit Nijmegen voor de tweede veertig kilometer. Nu ging het via Alverna richting Wijchen en van daaruit naar Beuningen en Weurt weer terug naar Nijmegen. Rond half drie waren we weer terug. Nu hadden we er al tachtig kilometer opzitten, de helft dus. Ik had een blaar tussen mijn tenen gekregen. Wel een vervelende plek, maar ik ging gewoon verder de derde dag. Via Mook en Milsbeek naar Groesbeek. Daarna over de beroemde Zevenheuvelenweg en Berg en Dal weer terug. Het wandelweer was met 23 graden heel goed. Inmiddels hadden we er al 120 kilometer opzitten. Ik bleef helaas wel last houden van mijn blaar. De vierde en laatste dag stond voor de deur. Rond half zeven zijn we vertrokken. De laatste veertig kilometer liepen over Diervoort en Overasselt over een lange dijk richting het plaatsje Linden. Daar hebben ze ieder jaar een leuk thema, dit jaar was het circus. Van daaruit naar het plaatsje Beers, Cuyk, over de pontonbrug die door het leger was gelegd. Vanaf Mook hebben we door de stromende regen en flinke onweersbuien naar Nijmegen gelopen. Dat was wel jammer. Als je de laatste dag Nijmegen binnenkomt is het één groot feest. Dat moet de meegemaakt hebben om het te weten. We hebben ons om vier uur gemeld en kregen de medaille opgespeld. Dat waren weer 160 kilometers voor dit jaar. Op zaterdag werden we, samen met andere Bredase wandelaars op het Stadskantoor gehuldigd door wethouder Marja Heerkens. Het was héél gezellig.