Op 4 februari 2023 vertrek ik om 7.30 uur naar het station Roosendaal om met de trein van 7.57 uur naar Breda te rijden. Dan staat er 4,3 km te wachten om in de Duivelsbruglaan in ‘t Ginneken te geraken. Daar start de 3de Winterwandeltocht van de actieve wandelclub WIEGO. Het is er erg druk. Hoewel ik me digitaal heb aangemeld en afgerekend, sta ik toch vrij lang in de rij om mijn naam te laten afvinken. Overigens vind ik dat niet vervelend. Hoe meer deelnemers hoe beter voor de club. Het is ze van harte gegund.
Met de routebeschrijving van de 40 km in de hand, besluit ik even te gaan zitten. Een kadetje en hete koffie geven rust. Om 9.25 uur ben ik vertrokken voor, naar later blijkt, een prachtige tocht. Bos, heide en vennen nabij Strijbeek en Chaam wisselen elkaar af. Het is windstil, zacht en af en toe smost het een beetje. Een prachtige wandeldag.
Tot de eerste controle bij “Het Smokkelaartje” slaag ik erin ingetogen te kuieren. Ik ben dan 11,5 km op weg en laat een krulletje op mijn startkaart zetten. Het is druk in het eetcafé. Wat me als oude man tegenstaat is de digitale bediening. Met je smartphone een bestelling plaatsen en afrekenen staat me tegen.
Ik loop anderhalve kilometer verder en kom uit bij het Zwarte Goor. Een prachtig ven. Aan de rand staat een bankje waar ik eerder heb gezeten. Het kijkt uit over de gladde waterspiegel van het ven. In dit seizoen staat de waterstand hoog. Het bankje is bezet door een mevrouw. Ik vraag haar beleefd of het gepermitteerd is bij haar aan te schuiven. Maar natuurlijk antwoordt mijn leeftijdsgenote met Vlaamse tongval. Ze verhaalt dat ze uit Turnhout komt. Haar e-bike heeft haar tot hier gebracht. Er ontspint zich een leuk gesprek over wederhelften. Over de klik die er is om als koppel dingen te ondernemen. In die zin is ze niet erg complimenteus voor haar man. Hij gaat bijna nooit mee op pad. Het is te koud, te warm, het waait te veel en zo verder. Nadat ze haar jaloersmakende koffiekoek heeft opgepeuzeld staat ze op. Ze vertrekt voor haar volgende etappe.
Even daarna pak ik ook mijn biezen voor het volgende stuk van de omloop. Die brengt me via het buitengebied van Chaam opnieuw naar “Het Smokkelaartje”. Naar dezelfde mevrouw van WIEGO. Ze zet verscholen in een hoekje van het café. Een 2de krul rijker en weg ben ik. Achterlangs de Goudberg loop ik naar het gehucht Strijbeek. Pal op de grens met België. Het smost nog steeds en ik besluit door te lopen tot de Hubertuskapel. Ik ben dan ruim 22 km op weg. Ik kies niet voor het bankje naast de kapel, maar voor de kerkbank in de kapel zelf. Hoewel de grote kapel er wat verslonst uitziet, zitten er 2 gebrandschilderde ramen in de zijmuren. Met het schaarse licht erop komen ze heel mooi tot hun recht. Serene rust en de omgeving geven nog meer smaak aan de met kaas en komkommer belegde boterhammen. Het is smullen geblazen.
Na ongeveer 20 minuten stap ik op en loop terug naar het noorden. Intussen ben ik ontrouw aan mezelf en heb het kuieren opgehoogd naar sportief lopen. Met een tempo van juist boven de 6 km per uur. Ik moet het niet doen. Ik doe het toch!
De 3de controle is op sportcomplex Jeugdland aan de rand van Ulvenhout. Het is er bijzonder druk. De jeugd doet zijn naam eer aan. De hockeyvelden worden bespeeld door tieners. De kantine loopt over van kinderen die zijn uitgespeeld. Daarbij hun ouders die een drankje willen doen. Al slalommend zoek ik de stempelaar van WIEGO. Ze hanteert een kniptang om mijn startkaart te doorboren.
Zo snel als mijn benen me willen dragen schiet ik weg van de drukte. Op zoek naar de Mark. Met Ginneken in het zicht leidt de routemaker me zuidwaarts langs de rivier. Het lijkt op heel lang geleden. De periode van de opleiding gedurende mijn militaire diensttijd. De instructeurs hadden de onhebbelijke gewoonte om bij “bijna thuis” er nog een lus aan vast te breien. Intussen ben ik 32 km verder en zie amper nog wandelaars. Logisch! De meesten lopen een kortere afstand en zijn al lang en breed “thuis”. Enfin, ik ben toe aan een 3de rust, maar mijn hoofd protesteert. Het commando luidt “doorlopen”. Eer ik echt thuis ben, tikt de klok alsmaar door en wordt het veel te laat. Dat kan ik voor het thuisfront niet maken. Zo loopt de afstand van de laatste etappe gestaag op tot een afstand van 18 km.
Na 40,5 km meld ik me om 17.05 uur af. De kantine is bijna leeg. Er zit nog één vriendelijke medewerker. Het is de secretaris van de vereniging zelf. Hij maakt excuses. Hij heeft geen plakkertje meer voor mijn wandelboekje. Hij belooft het per email toe te sturen. Hij heeft woord gehouden. De volgende ochtend kan het ik het afdrukken en toevoegen aan dit verslag. WIEGO heeft zijn wandelzaakjes keurig voor elkaar. En ik denk dat secretaris Hans van der Bruggen daar een belangrijke rol in speelt. Dankjewel!
Ik neem snel afscheid met de bedoeling de trein te halen van 17.45 uur. Met geforceerde snelheid loop ik naar het station. Aangekomen op perron 8 loopt mijn trein net binnen. Ik stap meteen in en doe mijn jas uit. Uitpuffen geblazen en de restanten uit mijn broodtrommeltje opeten. Dat valt goed! Terug op station Roosendaal is het nog 20 minuten naar huis aan de Sweelincklaan. Om half zeven mag ik aanschuiven voor de warme maaltijd. Wat een dag! Ik ben 11 uur van huis geweest.
Als iemand opmerkt dat het allemaal wat overdreven is, zegt mijn nuchtere verstand dat dit klopt. Maar och, stiekem ben ik best bescheiden trots. Al bij al mag ik 52 wandelkilometers bijschrijven. Een stemmetje hoor ik fluisteren: niet meer doen oude man!
Piet Schepers.